Als ik de schaduw opzoek ligt er al een ander. Ik hou niet zo van de zon, alleen in februari, dan is de zon het fijnste wat ik ken, dan voel ik dat mijn oude lijf alles weer doorstaan heeft; de kou en de vochtigheid op alle plekken waar ik in slaap val.
Vanmiddag liep ik met iemand een eindje op, het was een jonge vrouw in een zomerjurk, met een klein hoedje op. Ze glimlachte, maar bij het stoplicht had ze genoeg van me en joeg me weg.
Ik denk dat niemand zoveel naar de grond gekeken heeft als ik, dat bijvoorbeeld niemand weet hoe ontzettend veel insecten op weg zijn naar een andere plek. Soms volg ik mieren, of kleine torren, maar uiteindelijk raak ik ze altijd kwijt. Ik geloof dat de insecten het een stuk beter hebben dan wij, het lijkt wel of ze een uitweg hebben gevonden, ze kunnen verdwijnen in kieren en spleten, in riolen, waar ik niet bij kan.
Die man, daar aan het einde van de straat heeft me mijn naam gegeven, dat schept een band. Als ik hem `s ochtends uit zijn huis zie komen groet hij me, soms geeft hij alleen een knipoog en altijd loop ik met hem mee, tot aan de kiosk, waar hij wat te eten koopt, meestal zo’n rond broodje met een gat, wat naar niets smaakt maar wel goed vult. Vaak eten we samen, dan krijg ik de helft.
Soms val ik in slaap op een plek van een ander, of ergens waar ik denk dat ze me niet aardig vinden, ze jagen me dan weg, soms schreeuwen ze tegen me, maar ik hoor het allang niet meer.
Mijn dromen zijn heel eenvoudig, mijn dromen gaan over achtervolgingen, over alle plekken waar ik ooit ben geweest. Over de tijd toen ik mijn ogen nog gesloten had en rondkroop op onbekende plekken. Over de schoppen die ik heb gekregen, en de strelingen, over al mijn kinderen, die soms opduiken in stegen of parken.
Aan het einde van de straat is een koele plek, op het marmer. Ik kan goed aanvoelen of ik de eerste op die plek ben, de eerste op die dag; marmer houdt warmte langer vast dan je denkt.
Hij, daar aan de overkant, daar bij dat terras, dat is een fanatieke; hij weet heel goed dat de mensen hem aandoenlijk vinden, met al zijn mankementen en zijn gezucht en gesteun. Als het echt moeilijk wordt en hij heel veel honger heeft, doet hij kunstjes voor eten.
Wat niemand snapt is dat het leven stil staat. Dat iedereen druk heen en weer rent maar er niets verandert, dat alles altijd precies hetzelfde zal blijven. En toch rennen ze rond mijn voeten, en missen op een haar na een bus. Schelden alsof de wereld zojuist vergaan is.
Ik moet toegeven, sommige dagen zijn mooi, als er een koel briesje door de straten waait, en de lucht stralend is, en ik mijn buikje rond heb gegeten en zicht heb op nog wat. Dan denk ik: ‘Deze dag komt nooit meer terug,’ maar al snel bedenk ik dat alle dagen hetzelfde zijn.
Daarom lig ik hier. Daarom beweeg ik zo min mogelijk.
-
« Home
Pagina's
-
Categorieën
- Categorieën
-
Archief
- januari 2023
- december 2022
- mei 2020
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- oktober 2016
- mei 2016
- januari 2016
- juni 2015
- april 2015
- januari 2015
- juli 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- januari 2014
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- mei 2013
- maart 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juni 2012
- mei 2012
- december 2011
- september 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- december 2010
- september 2010
- augustus 2010
- juli 2010
- juni 2010
- april 2010
- maart 2010
- februari 2010
- januari 2010
- december 2009
- november 2009
- oktober 2009
- september 2009
- augustus 2009
- juli 2009
- juni 2009
- mei 2009
- april 2009
- maart 2009
- februari 2009
- januari 2009
- december 2008
- november 2008
19 Comments
Ik wacht vol spanning! Wat een mooie foto trouwens.
Met recht je allerbeste tot nu toe. Ik kreeg een vreemdsoortig gemengd gevoel, iets tussen weemoedigheid en neerslachtigheid in. Is dat vreemd?
100% met Erol Tauch eens! Een beetje pessimistisch is het wel natuurlijk, maar wel waar in mijn beleving. Zeer schoon geschreven, begin erg aan uw schrijfstijl te wennen.
aanvulling: Wonderschone titel trouwens.
Prachtig verhaal!
Erg mooi David, en het is ook erg poëtisch. Arm beest, dat dacht ik.
‘En toch rennen ze rond mijn voeten, en missen op een haar na een bus. Schelden alsof de wereld zojuist vergaan is.’
Heel mooi.
Inderdaad, dat is een van de mooiste zinnen. 🙂
Deze is mijn favoriet:
‘Ik moet toegeven, sommige dagen zijn mooi, als er een koel briesje door de straten waait, en de lucht stralend is, en ik mijn buikje rond heb gegeten en zicht heb op nog wat.’
@ Manon
Het is een beetje een Nescio(siaanse) zin.
@ Erol,
Nee hoor, dat was natuurlijk de bedoeling.
@ Eva C,
Dank.
@ Hans, Manon, Emma,
Dank!
@ Bambis,
Dat is teveel eer.
David, onzin.
Erg fraai verhaal, hier zou ik graag een vervolg op lezen!
Wat een stilte hier…wel je mooiste log ever naar mijn gevoel! complimenten. Vermilla
Beste David,
Wat zou het toch fijn zijn als je een nieuwsbrief zou hebben, dat trouwe lezers zich inschrijven en een berichtje krijgen als er een nieuw stuk op de blog staat.
Wonderschoon verhaal dit, mooi van lengte ook.
Zeb
@ Zeb,
Voila, kijk maar eens.
Goed zeg, die twee nieuwe ‘knoppen’! 🙂
Alweer gelezen, en alweer genoten.
Ik ook, en het blijft van een verbluffende schoonheid.
Blijft de absolute favoriet