-
« Home
Pagina's
-
Categorieën
- Categorieën
-
Archief
- januari 2023
- december 2022
- mei 2020
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- oktober 2016
- mei 2016
- januari 2016
- juni 2015
- april 2015
- januari 2015
- juli 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- januari 2014
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- mei 2013
- maart 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juni 2012
- mei 2012
- december 2011
- september 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- december 2010
- september 2010
- augustus 2010
- juli 2010
- juni 2010
- april 2010
- maart 2010
- februari 2010
- januari 2010
- december 2009
- november 2009
- oktober 2009
- september 2009
- augustus 2009
- juli 2009
- juni 2009
- mei 2009
- april 2009
- maart 2009
- februari 2009
- januari 2009
- december 2008
- november 2008
Tag Archives: De Volkskrant
Ongeveer vijf jaar geleden zag ik je voor het eerst. Je stond in avondverkoop Sterk in de de Clercqstraat. Je had moeite een keuze te maken tussen twee soorten kaas: cheddar en magor, ik heb geen idee welke van de twee het is geworden, maar dat doet er nu ook niet meer zoveel toe, want je bent nu dood.
Ik maakte in die tijd (ik was toen twintig) vele fietstochten door de stad. Ik vertrok meestal `s avonds, omdat ik Amsterdam dan het fijnste vond. Het leek alsof de stad in de avond spannender werd, ik fietste vooral door het centrum waar ik toen woonde, over de grachten. Bij die avondwinkel eindigde vrijwel elke tocht.
Overdag fietste ik ook, maar heel anders dan `s nachts. Kon ik `s nachts met de fiets aan mijn hand ongestoord naar gebouwen kijken, over mijn stuur geleund naar de drukte rond het centraal station, naar de zwervers op de Haarlemmerdijk; overdag reed ik er allemaal met grote vaart langs.
Ik weet nog dat ik vooral enorm jaloers op je was, want jij deed wat ik wilde doen; alles beschrijven wat je om je heen ziet, haarfijn, zonder jezelf of iemand anders te sparen. Jij kon de stad beschrijven als geen ander, in enkele zinnen schetste je een beeld of situatie die zo treffend was dat ik er van schrok, en dacht: ‘Verdomme, doet ie het weer.’
Als je op mensen gaat letten die je niet tegen wil komen kom je ze meestal steeds vaker tegen, dat heb ik gemerkt. En ik kwam jou vaker tegen dan goed voor me was. Ik was toen nog handelaar in vodden en lappen, ik wilde doorbreken in de wereld van vodden en lappen, maar dat bleek een moeilijke opgave, daarna wilde ik trouwens gewoon doorbreken, of dat nou in de wereld van de vodden en lappen was, of in wat dan ook; doorbreken.
Jij was de belichaming van dat doorbreken, je zag eruit als een rockster, met je zonnebril in je haar en je modieuze jasjes en broeken. Je had werk kunnen maken van wat je om je heen zag, eigenlijk hield je werk voornamelijk in heel goed om je heen te kijken. Ik was jaloers.
Een keer zat ik naast je in café Luxembourg op het Spui, je keek een beetje verstard voor je uit, je voelde je niet erg op je gemak, je at twee kroketten op brood. Ik vroeg me toen af hoe het moest zijn om jou te zijn. Naast mij zat een echtpaar, ze zaten naar je te kijken. De man zei tegen zijn vrouw: ‘Praat niet te hard, anders staan we morgen in Het Parool.’
Volgens mij was je toen net bezig Simon Carmiggelt te overstijgen.
Je was iemand die gewone dingen bewust niet voorbij liet gaan, die schijnbaar onbelangrijke dingen opeens belangrijk maakte. En wat was ik vreselijk jaloers! (Maar dat zei ik net al)
De laatste keer dat ik je zag was in een café in de Bosboom Toussainstraat. Je kwam binnen toen ik net vertrok, je zag er goed uit, als een oude rockster. Ik overwoog je aan te spreken, maar had geen idee wat ik moest zeggen. De barman zei: ‘Jeetje ik dacht dat je dood was!’ je moest hard lachen en zei: ‘Nee, ik ben er nog!’ en wees naar jezelf.
Nu ben je dus dood, en iemand zoals jij zal er vast nooit meer komen, maar ik weet heel zeker, dat als je daar zou kunnen smsen, jij de aangewezen persoon zou zijn om ons in één bericht precies te vertellen hoe het daar is.
David Pefko