Tussen 18 en 24 september zit ik gevangen op een vlot in het Lauwersmeer. Elke dag zal ik hier verslag doen van mijn eenzame opsluiting zonder telefoon, internet, televisie en vooral menselijk contact. Ik neem wat boeken, een paar cd’s, een camera en een deel van mijn nieuwe roman mee. Op papier, want mijn eigen computer moet ik thuis laten van de VPRO. Ik ga proberen een beetje te werken want ik zit met een deadline die ik heel serieus moet gaan nemen. Tijdens de afzondering zal ik misschien opeens bewust worden van die ernst, of zo in paniek raken dat ik mijn bed niet meer uit kom. In beiden gevallen kan niemand daar iets aan veranderen, want ik ben niet te bereiken.
Paulien Cornelisse ging mij voor en Gerbrand Bakker doorstaat, op het moment dat ik dit schrijf, zijn eerste dag op het vlot. Van Jan van Mersbergen leende hij een hengel en Jan is zo vriendelijk om ook mij die uit te lenen, al heb ik hem niet durven zeggen dat ik helemaal niet kan vissen, maar dat maakt misschien niets uit, niemand die me ziet.
Mijn grootmoeder vroeg een paar dagen geleden: ‘Is dat niet gevaarlijk, zo op een vlot?’
Ik zei: ‘Nee grootmoeder, er is zelfs een afzuigkap.’
Ik hou graag vol dat het een vlot is, maar het is natuurlijk gewoon een woonboot, met keuken, werkkamer, slaapkamer, douche en wc en dus een afzuigkap.
Elke dag zal ik opnamen maken die ‘s avonds worden uitgezonden tijdens De Avonden van de VPRO. Ergens in de middag zal ik bezoek krijgen van een koerier die mijn opgenomen radioverslag naar de studio zal brengen. Ook zal ik foto’s maken die op de website van Een kamer in het verleden te zien zullen zijn. Misschien schrijf ik zelfs wel een stukje over een meerkoet, een mislukte maaltijd of het plotse bezoek van een dikke hoestende man in een roeiboot die aan wal komt en niet meer weg wil gaan.
Ik neem een grote witte badjas mee omdat ik daar het liefste in schrijf. Aangezien ik geen bezoek zal ontvangen, op de koerier die de opnamen komt halen na, zal ik die badjas niet uittrekken. Misschien zal ik zelfs op het kleine eilandje waar het vlot is aangelegd, mijn witte badjas dragen. Misschien doe ik hem zelfs na dit project niet meer uit, alles is mogelijk.
De VPRO vroeg mij wat ik het meeste ga missen, en dat is niet het internet, of de telefoon, maar mijn vriendin, die aan wal blijft.
-
« Home
Pagina's
-
Categorieën
- Categorieën
-
Archief
- januari 2023
- december 2022
- mei 2020
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- oktober 2016
- mei 2016
- januari 2016
- juni 2015
- april 2015
- januari 2015
- juli 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- januari 2014
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- mei 2013
- maart 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juni 2012
- mei 2012
- december 2011
- september 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- december 2010
- september 2010
- augustus 2010
- juli 2010
- juni 2010
- april 2010
- maart 2010
- februari 2010
- januari 2010
- december 2009
- november 2009
- oktober 2009
- september 2009
- augustus 2009
- juli 2009
- juni 2009
- mei 2009
- april 2009
- maart 2009
- februari 2009
- januari 2009
- december 2008
- november 2008