Navigatie overslaan

Monthly Archives: december 2011

beeld: © ‘Louis Nanet, olieverf op doek’ Gabriel Kousbroek

Lieve Louis,

Vorig jaar schreef ik rond deze tijd een stuk over een kerstfeest bij mij thuis.
Er was een kalkoen en mijn familieleden hadden het naar hun zin. Ik voerde mijn grootmoeder dronken zonder dat ze het wist, deed mee aan een servetten propjes-gevecht en nam me stellig voor iets goeds te gaan doen met het komende jaar.
Nu, deze kerst, zal ik met jou vieren. Omdat je me uitnodigde, omdat je me schreef dat elk mens op een bepaald moment een man als jij in zijn leven nodig had.
In de email die ik twee weken geleden van je ontving stond: ‘Haal drank in huis, een slof sigaretten, aspirine, bètablokkers, worst en avocado’s.’ Als P.S. schreef je: ‘Het zal eenzaam worden, hou je vast.’
Het hele jaar heb ik je gevolgd. Soms had ik nauwelijks tijd om te schrijven omdat er om de zoveel minuten weer een bericht van je verscheen op facebook. Zo nu en dan maakte ik me zorgen, je beschreef dan hoe je op weg ging naar een strand, om jonge meisjes op te pikken. Ik hield mijn hart vast, maar altijd was er na een paar uur weer een teken van leven. Soms kwam je vriend Tonnie Konijnslagers tijdens die uitstapjes in een cel terecht, maar jij nooit. Ook was je ontzettend veel ziek en maakte bijna elke dag melding van maag en darmbloedingen.
Midden dit jaar schreef je: ‘Dit leven is mislukt.’
Je ex-vrouw Tiny kwam bij je terug, je overwon kanker en kreeg er weer een andere vorm van kanker voor in de plaats. Je ontwikkelde een nog niet bekende en ongeneesbare vorm van aids en schreef eindeloos veel gedichten op een zelfde thema: de vis. Je vond je andere ex Charlotte Mutsaers, terug op facbook, waar je trouwens ruim 2000 vrienden maakte dit jaar.
In de herfst won je de Nobelprijs voor de literatuur. Je dichtbundel ‘Motorkamers en Verschuttingen’ was die maand aan zijn 112e druk toe. Je esaybundel ‘Negers zijn ook mensen?’ werd vertaald in zevenentwintig talen. Ik mailde je diezelfde middag mijn felicitatie en je bericht terug was: ‘Had al veel eerder moeten gebeuren, trekhaak!’
Drie weken geleden ontving ik een prospectus van uitgeverij Prometheus. Daarin stond te lezen dat je volgend jaar een brievenboek met schrijver Jamal Ouariachi uitbrengt. Jamal Ouariachi ken ik toevallig. Ik vroeg hem gisteren wat ik zou kunnen verwachten van een kerstfeest met jou alleen.
‘Jij gaat kerst vieren met Louis Nanet?’ vroeg hij me verbaasd.
‘Ja,’ zei ik, ‘met Louis Nanet.’
‘Alleen met Nanet?’
Ik knikte.
Toen moest hij lachen en zei: ‘Nou, het is een schipper. Een dikke, kale schipper die veel drinkt en om de zoveel minuten naar de wc gaat. Hij is onbeschoft tegen iedereen en heeft weinig respect voor vrouwen. Hij houdt van dieren, maar weer niet zoveel dat hij ze niet eet. Hij is vuurgevaarlijk, maar niet op een manier dat je echt bang hoeft te zijn. Hij is nooit bang.’
‘Kun je wat van hem leren?’ vroeg ik.
Ouariachi nam een haal van zijn sigaret en zei met brok in zijn keel: ‘Alles.’
Goed, laat ik eerlijk zijn: ik ben wel bang. Ik ben bang voor kerst en bang voor vuurwerk en vooral bang voor mensen. Wat ik van jou hoop te leren is dat niet meer te zijn, want wat je laatst schreef is misschien wel waar: ‘Weet je waar het allemaal om gaat ouwe reus? Het gaat erom dat je lekker ken schrijven, lekker eten, je lul zo nu en dan ergens in kan duwen, liefde kan geven en ontvangen. Dat je een paar goed functionerende nieren hebt. Geen gezeik in de casa! Zo moet je leven: een vis kopen, bakken en opvreten.’
Ik zit klaar.

Hartelijke groet,
David Pefko