Navigatie overslaan

Monthly Archives: december 2009

Ik heb nooit van kerst gehouden en omdat ik ook nog eens op eerste kerstdag ben geboren (met het jaarlijks terugkerende ‘Ah, een kerstkindje, wat leuk!’ van mensen die ik dat jaar heb leren kennen) hou ik ook niet van mijn verjaardag.
  Omstreeks een jaar geleden schreef ik dit en er is dit jaar veel veranderd, maar het schreeuwen op de Dam is een traditie gebleven die ik graag nog vele jaren in stand wil houden. Ik ben van mening dat kerst de beste tijd van het jaar is om de longen uit je lijf te schreeuwen.
  Ik reed samen met mijn broertje door het centrum, opzoek naar een bar of restaurant die aan aan verschillende eisen moest voldoen: Er mocht geen kerstsfeer heersen (geen kerstbomen, kerstballen, siertakken), het moest niet te sjiek zijn, maar ook zeker geen bruine kroeg. Het moest er rustig zijn, maar niet té rustig (niet dat we de enige zouden zijn). Geen storende muziek. Geen lange wachttijden en het liefste een werkende en een echte open haard (geen sierhaard op gas). ‘We vragen niet veel,’ zei mijn broertje.
  Vorig jaar was het ons niet gelukt een plek te vinden, en ook dit jaar lukte het niet. We stonden op de Dam en keken naar de zwarte sneeuw. Er was geen mens op straat op de taxichauffeurs na, maar die stonden er altijd.
  ‘Misschien kun je me iets beloven,’ zei hij.
  ‘Wat dan?’
  ‘Dat ik komend jaar minder in je verhalen voorkom. En als ik ergens in voorkom, dat ik betaald word.’
  Dat deed me denken aan de wens van mijn moeder, die juist meer in meer verhalen voor wenste te komen en daar zelfs voor wilde betalen. Zei zei: ‘ik heb ook rechten David, of het nu positieve of negatieve dingen zijn, dat maakt me niet uit, als ik maar ergens voorkom!’
  Ik heb een gekke familie, neem dat van mij aan.
  ‘Ik beloof het,’ zei ik, maar daar was geen woord van waar, en dat wist mijn broertje, want mijn broertje kent mij vrij goed.
  ‘Iets minder dan. Of betere uitspraken. Ik zeg soms geniale dingen die je dan niet opschrijft.’
  Toen begonnen we te schreeuwen. Eerst waren er scheldwoorden die door het vervormen van onze stemmen leken op een andere taal, en later vogels die haarfijn geïmiteerd werden. Natuurlijk hoorde niemand ons, zoals altijd.

Verschillende mensen vertelden mij dat het niet chic is om recensies te plaatsen op je eigen website, dat moet je vooral aan anderen overlaten, zeiden ze. Maar een paar dagen geleden werd de eerste recensie van Levi Andreas gepubliceerd in zowel het Noordhollands dagblad als het Dagblad van het noorden en die wil ik u – omdat het de eerste is – niet onthouden.

Bijzondere debuutroman over moderne Odyssee

‘Het telt 376 bladzijden en daarvan is niet een teveel. Met zijn debuutroman Levi Andreas zet de Amsterdammer David Pefko (1983) zich in een klap op de kaart als een buitengewoon talentvol schrijver. In deze moderne Odyssee verhaalt hij over een zoektocht door het leven van twee mensen. Ze kennen elkaar slechts van brieven. Enerzijds is er Rosa. Toen ze twintig was nog een gewone studente, maar nadat haar moeder een eind aan haar leven had gemaakt door een fles gootsteenontstopper leeg te drinken, verandert alles. Haar vader zakt weg in een verlammende lethargie, haar broer vertrekt naar New York en Rosa stopt met haar studie en gaat als overhemdenstrijkster in een stomerij werken. ‘Ik wilde rust (…) Alles moest stil worden in mijn hoofd.’
Op een dag vindt Rosa en een van de overhemden een klein briefje, een losse notitie die haar intrigeert. Ze stopt een eigen briefje in het overhemd en krijgt na verloop van tijd antwoord. De afzender is ene Levi, een man die oppervlakkig gezien in alles het tegendeel is van Rosa. Een charmante oplichter die zijn leven lang al het ene financiële gat met het andere dicht en alles aan elkaar liegt. ‘De leugen is veel prettiger en aanvaardbaarder. Op de leugen heb je grip en op de waarheid maar nauwelijks.’
Tussen Levi en Rosa ontstaat een soort briefwisseling. Als Rosa door bizarre gebeurtenissen in de stomerij de beschikking krijgt over een aardig kapitaal, besluit zij op zoek te gaan naar Levi. Zij volgt hem naar Brussel en vandaar naar Amerika en Argentinië. Ze haalt hem niet in, maar vindt wel zichzelf terug.
Pefko sleept de lezer mee in zijn verhaal. Hij is een geboren verteller die zelfs de kleinste details zichtbaar weet te maken. Laagje voor laagje pelt hij zijn personages af, tot op het bot. Denk je aanvankelijk nog dat die Levi Andreas een cynische klootzak is, geleidelijk ontdek je de tragiek achter zijn kille buitenkant.
Lijkt het verhaal eerst nog, met de wonderlijke gebeurtenissen in de stomerij, de tragikomische kant op te gaan, geleidelijk sluipt er meer en meer ernst in. In terloopse bijzinnetjes, zonder grote woorden, bijna onderkoeld, brengt hij het drama van Rosa’s leven onder woorden.
Als er gerechtigheid bestaat moet dit boek komende tijd minstens een van de vele literaire prijzen winnen.’
Sonja de Jong

Vanaf begin januari zullen er 25 unieke boekjes verschijnen. Elk één van de 25 verhalen uit Levi Andreas bevattend, en stuk voor stuk met de hand geschreven. Tegen die tijd, als ik uitgeschreven ben, zijn ze hier en via de website van Van Oorschot te bestellen. Maar let op: op is op!