Navigatie overslaan

Monthly Archives: september 2009

eurodisney
Hier kunt u een voorpublicatie lezen uit Levi Andreas
Ooit wilde ik een Vlaming worden, misschien gaat dat me nu lukken?

DSC01034Alle begin is moeilijk, laat ik het zo maar zeggen.

Na de Uitmarkt en Manuscripta was ik gisteren te gast bij SLAA Nieuwe Geluiden in het comedy theater aan de Nes in Amsterdam en dat viel me mee.
Er waren consumptie muntjes en omdat ik nooit in mijn leven zo’n muntje in handen had gehad was ik blij verrast met een handvol.

Met Maartje Wortel en Ivo Victoria zat ik achter een tafel in een spookachtig licht en rookmachines. Op vieze stoelen werden wij ondervraagd door Jeroen van Kan over ons schrijverschap. Het schrijfproces, het leefproces, hoe wij naar dat proces keken en wat we aan verwachtingen hadden als het om al die processen ging.
We lazen een voor een voor uit onze debuten en deelden één enkel glas bier.
Later kondigde ik een cursus aan die ik zou gaan geven in 2010: ‘Hoe schaaf je delen van je leven’ Ik verzeker u, ik ben de absolute expert als het gaat om dat onderwerp.

Arjan Peters las een recensie voor van een aantal niet verschenen boeken en een niet bestaande literaire prijs waarvan ik het idee heb dat ze zeker ooit nog zullen verschijnen of ontstaan en Anne Soldaat bracht mooie muziek: (“Ik ben geen nieuw geluid, ik maak al vijftien jaar muziek, maar niemand die het weet, dus misschien ben ik wél een nieuw geluid”) en Erik Lindner ondervroeg Lieke Marsman over een gedichten cyclus die in het laatste nummer van Tirade te lezen is.

En Thomas Vaessens, ja Thomas Vaessens. Ik herinner me vooral zijn vinger in de lucht als hij een nieuwe foto op het scherm wilde en ‘Volgende!’ riep alsof hij college gaf aan een aantal bibberende studenten.
En hij maakte indruk op me, jazeker. Niet als het om zijn preek ging, want die was nog altijd onduidelijk en steeds tegenstrijdig -al zou hij zelfs nu, in dit stukje het tegendeel willen bewijzen (met priemende vinger). Maar dan zijn verschijning; een gladde en gelikte man die zo dol op zichzelf is dat het bijna niet uitmaakt wat hij geschreven heeft en daar ook absoluut geen verantwoordelijkheid voor wil nemen.
De spottende glimlachjes, de wilde handgebaren waarmee hij argumenten van tafel veegde, het inslikken van zijn Brabants accent… Mocht hij ooit van beroep wisselen denk ik dat hij het zeer goed zal doen in welke bestuursraad dan ook. Ook als makelaar zou hij absoluut geen slechte zijn, vooral als het om het omzeilen van verborgen gebreken gaat.
De vraag waar ik mee bleef zitten is deze: wat is postmodernisme nu werkelijk? Niemand kon er een eenduidig antwoord op geven, zelfs Vaessens zelf niet. Ik hou het op verwarring.

Toen ik klaar met voorlezen was riep een oudere man vrij hard: ‘En nu nog leren voorlezen!’ waarvoor ik hem vriendelijk bedankte. Laat ik hem Gerard noemen, omdat hij mij zijn naam niet wilde zeggen. Toen ik na de voordracht achterin de zaal naast mijn redacteur Merijn ging zitten vroeg ik: ‘Wie was die klootzak?’ en hij fluisterde: ‘Die zit hier naast me.’
Gerard, ik wil je zeggen dat er een dag komt dat ik alleen nog maar voor jou zal voorlezen, waarschijnlijk uit een kinderboek, maar helemaal voor jou alleen.